Een
tweespraak met het landschap
Kunstbeeld
maart 1986 blz. 51
Door:
Frans Duister
Paul
Beckers (1954) kreeg zijn eerste tentoonstelling in zijn woonplaats in Meerssen,
nabij het bekende Geuldal. Opgegroeid in een land, dat ritmisch geplooid is en
waar seizoenen hun tekens karakteristiek achterlaten, moet hij al van jongs af
aan onder de indruk zijn gekomen van de kenmerken van dat Zuid Limburgse gebied.
Na zijn opleiding aan de Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten in Maastricht,
begon hij dan ook dit land als aanleiding te nemen voor zijn gouaches,
tekeningen en grafiek.
Hij
heeft nu een overzichtstentoonstelling in het Kritzreadthuis te Sittard , waar
hij zijn landschappelijke verbeeldingen laat zien. Ter gelegenheid hiervan is
een monografie verschenen.

Mergelwand
Lixhe (Oost-Maarland) - gewassen inkt op papier - 1986 - 40 cm. 30 cm
Mag
zijn eigen geboorteland aanleiding zijn geweest tot de aanvang van
een artistieke loopbaan, in zijn ontwikkeling
reisde Beckers ook verder Europa door, op zoek naar nieuwe landschappen
die tot zijn verbeelding zouden spreken. Willem K Coumans die de tekst voor de
monografie schreef, merkt over die verbeelding
onder meer op:De landschappelijke verbeelding van Paul Beckers spreken
van inkeer en bespiegeling.. Vooral de vroegere werken van de jonge schilder
ademen de mythe van de mens uit die tijd vallend zijn oorsprong kent.
Het
zijn landschappen uit een oertijd. Dolmen en menhirs, hunebedden en
voorouderbeelden vormen magische getuigenissen van menselijke aanwezigheid.
Mensen lieten hun sporen achter. Het zijn gefantaseerde landschappen, maar de
verbeelding kon het niet stellen zonder de directe waarneming, die de schilder
naar de landschappen van Cornwall, Bretagne en Les Beaux voerde, maar ook naar
Drenthe bijvoorbeeld, waar hij op het spoor kwam van het geheim, de roepstem van
de verbeelding. Opvallend is het facet van verstilling, de welhaast roerloze
sfeer van het laat namiddag-licht op
roestbruine aarde, de gewijde aandacht voor het mysterie van een verdwenen
mensheid, die aan de oude Hercules Seghers doet denken. De legendarische
verbeelder van geteisterde landschappen, onherbergzaam en groots. Visionaire
landschappen, waarvan Carel van Mander zei dat ze naar de Geest geschilderd
waren.
Wie
het recente werk van Beckers
bekijkt, krijgt de indruk dat hij volop in een groeiproces zit, zoals het land
zich als het ware telkens vormt naar gelang de seizoenen en het licht
veranderen. Een Lyrische instelling kan men hem niet ontzeggen. Er is sprake van
een voortdurende dialoog tussen kunstenaar en landschap, en zo te zien is het
landschap dan van een bepaald type, een ritmisch soort, dat hem de uitnodiging
biedt zijn eigen onbegrensde fantasie en zijn eigen werkwijze met elkaar te
verbinden. Er is ordening, maar er is ook ontlading. Dit laatste krijgt gestalte
in de wijze van schilderen. Hij verbindt dus zijn gemoedsbewegingen
met wat hem landschappelijk wordt aangereikt. En die bewegingen hebben
beschouwelijke kanten, lyrische en vaak ingehouden, zoals aan de kleuren is vast
te stellen. In de composities trekt hij naar het abstracte, maar het visueel
herkenbare blijft als een lijn verbonden met zijn zin voor het werkelijke
landschap; het landschap waarvan hij houdt en dat hij
in zijn werk ons met nieuwe ogen laat zien. Zo zal een
kunstenaar in dezer jaren maar wezen!! Een profeet in eigen land.